Uitwaaien in stijl aan de Belgische kust

Uitwaaien in stijl – Het verlanglijstje van mijn tienerdochter Tigerlily en mij was lang: we wilden een lang weekend shoppen, smullen, sporten en relaxen. We wilden zowel natuur als cultuur opsnuiven, in het buitenland en tóch niet te ver van huis. Voilá, een citytrip naar de Vlaamse kust. Tekst: Beertje van Beers, foto’s: Mark Uyl

(Click op de pagina’s om ze te vergroten of scroll naar beneden voor volledige tekst)


 

“Steek je tong uit, mama,” zegt Tigerlily (11) streng. Ik gehoorzaam onmiddellijk. “Okay, nu wachten tot je tong droog is.” Daarop hoef ik niet lang te wachten, met de zwiepende wind in mijn gezicht op het prachtige uitgestrekte strand van Oostende. Na een ruim tweeënhalf uur durende autorit vanuit Amsterdam strekken mijn dochter en ik onze benen. Ik was bijna de wonderbaarlijke ‘superpowers’ van de zee vergeten; na één hap zilte zeelucht voelen we ons al als herboren. Mijn stadskind huppelt zowaar joelend over het strand. Dat belooft wat. Het doel van ons lange weekend (3 dagen) aan de Vlaamse kust: relaxen, shoppen, het opsnuiven van zowel natuur als cultuur én flink uitwaaien. Aan dat laatste zijn we dus inmiddels begonnen, met de hulp van de zogenaamde ‘Uitwaaier’: een (gratis) boekje in waaiervorm van Westtoer vol spelletjes voor het hele gezin over kust en kunst. Tigerlily leest hardop de rest van de opdracht: “Proef de zeelucht die aan je tong is blijven plakken. Wat proef je nu?”. Ondertussen steekt ze zelf ook haar tong uit. “Ik proef de zee!” roept ze ineens verrukt.

Kunstjacht

Denkend aan de Vlaamse kust zie ik enerzijds Belle Epoque-damesin corset voor me, flanerend over de boulevard met zijden parasols, en anderzijds hippe koffietentjes, trendy hotels en ‘edgy’ kunst. Het is precies die combinatie van nostalgisch en modern die ons lokte. Als uitvalbasis hebben we de meest ‘stedelijke’ plek aan de kust gekozen: het bruisende Oostende. “Kom, mama!”. Tijger trekt me mee; we gaan op kunstjacht. Langs de hele Belgische kustlijnvind je kunstwerken van Beaufort: een driejaarlijks kunstproject dat na 6 edities inmiddels een beeldenpark aan zee heeft gecreëerd. En jawel, al snel lopen we op de boulevard ‘Rock Strangers’ tegen het lijf: een verzameling cartooneske, knalrode pilaren van kunstenaar Arne Quinze. De ‘Uitwaaier’ suggereert dat we de omtrek van een pilaar meten met uitgestrekte armen. “Je kunt er niet omheen, of toch?”, leest Tigerlily lachend voor. En zo zijn we enkele uren zoet met verschillende kunstwerken. Tigerlily’s favoriet: ‘Sorry’ van Guillaume Bijl. Een hond op een sokkel in het Leopoldpark, de rug recht, de snoet trots omhoog. Vier andere honden kijken adorerend naar hem op. Is het echt een standbeeld voor een beroemde hond? Of neemt kunstenaar ons in het ootje, zich vooraf al verontschuldigend met de naam van het kunstwerk? Al shoppend kletsen we na over onze kunsttour. We komen tijd te kort: Oostende blijkt een shopping-walhalla te zijn met zowel grotere ketens die we kennen uit Amsterdam -maar dan nu zonder de lange rijen van de Kalverstraat- en unieke, plaatselijke boetiekjes zoals het snoezige ‘Maison Saints & Bullies’. Terwijl ik er prachtige oorbellen van biologisch afbreekbaar plexiglas bewonder, wordt Tijger verliefd op een gehaakte drol met oogjes. “We verkopen vooral kleine labels van jonge ontwerpers die zo ecologisch verantwoord mogelijk werken,” vertelt eigenaresse Inge trots. Ik ontdek nét een tas met een geheime zeefdrukprint van een beer aan de binnenkant (van het Nederlandse merk Keesie) als we al weer verder moeten: Mathilda wacht. Van zeelucht krijg je zin in vis, en daarop anticiperend had ik via de Westtoer-site ‘Zee van smaak’ gezocht naar een sfeervol, betaalbaar, vis-georiënteerd restaurant. Et voilá, Bistro Mathilda: ‘voor hen die van de echte klassiekers houden, maar tegelijkertijd wel met een moderne culinaire toets’. Een zeer populair restaurant, onderscheiden met een ‘Bib Gourmand’ (zie ‘tips’), dus ik ben extra blij dat het me gelukt is te reserveren. Na een warm welkom wordt ons onmiddellijk versgebakken brood met een moderne versie van reuzel met kaantjes voorgezet. Ik bestel Bretoense diepe oesters en wijting (familie van de kabeljauw) met Thaise rode curry-saus. Vleeseter Tijger smult van carpaccio en gebraden hert maar is bereidwillig voor het eerst een oester te proeven. “Hmm, nogal snotterig,” is haar eerste reactie. Om vervolgens te roepen: “Het smaakt naar de zee!”. Op haar gezicht zie ik dezelfde verrukking als een aantal uur eerder op het strand.

Ons hotel, Upstairs, is dé place to be in Oostende: een hip stukje New York aan zee, om de hoek van het casino. Democratisch geprijsd zonder dat er op comfort is ingeleverd, met een inrichting die even stijlvol als speels is. Zodra we de lobby inlopen is Tigerlily al verkocht: de kanariegele glijbaan, de pingpong tafel, het terrarium met gifkikkers op de ontvangstbalie! In tienertaal: ‘Oh my god!’. Ook de kamer stelt niet teleur: groot en geriefelijk met grappige details. Voordat we gaan slapen luister ik vanaf ons balkonnetje nog even naar de hypnotiserend ruisende golven.

Wind in de rug

We worden wakker met het geluid van krijsende meeuwen, een voorproefje op het vogelavontuur dat ons later op de dag te wachten staat. Maar eerst, ontbijt. Wow, dit is wat je noemt een Bourgondisch ontbijtbuffet! Naast vers fruit en hartigheden zoals roerei, gebakken spek en een uitgebreid kaasplateau, is er ook een parade van Belgische koffiekoeken. Tijdens mijn jeugd in Breda fietste ik vaak op zondag de grens over voor deze typisch Belgische lekkernij. Enkele persoonlijke favorieten: de langwerpige Suisse met rozijnen en een dikke laag suikerglazuur en deCrème Carré, gevuldmet bakkersroom, bedekt met chocolade. Ze liggen er allemaal. “Ja, wij Belgen zijn echte zoetekauwen!” zegt een dame van de bediening lachend als ze Tigerlily een toren van koeken ziet bouwen op haar bord. Gelukkig kunnen we 3 kwartier lang uitbuiken in de auto voordat we aankomen op onze bestemming van vandaag: Knokke-Heist. Deze trendy kustplaats heeft een schitterend strand dat is onderverdeeld in 5 gebieden. Wij bezoeken vanochtend het Duinbergen-gedeelte waar zich een echt surfparadijs bevindt: Anemos Beachclub. Het gezellige houten strandpaviljoen zou zeker niet misstaan op de Bahama’s en wandelend over de vlonder zie ik mezelf hier in een bikini genieten van de zonsondergang, tropische cocktail in de hand, heupwiegend op zwoele reggae-klanken. Helaas, het is vandaag geen bikini-weer; het is zelfs nog te koud om het water in te gaan. We gaan echter iets doen wat minstens even spannend en leuk is: scheuren over het zand in een strandzeilwagen. Ik heb Anemos wel eens horen beschrijven als een ‘strandasiel’: een plek waar iederen opgevangen wordt die wil ontsnappen aan de stress. En jawel, zodra ‘beach master’ Sam -een breedgeschouderde surfgod met lang blond haar- ons met een warme lach verwelkomt, voelen we ons onmiddellijk thuis. Tijdens een sessie van 2 uur gaan Tigerlily en ik leren strandzeilen. Iedereen kan dit onder de knie krijgen, verzekert Sam ons als we even later met matching rode helmpjes op naast de wagen staan, een soort ligfiets voor twee met een gigantisch windzeil. Hm, iedereen? Tigerlily en ik kijken elkaar even zenuwachtig aan. Na een kwartier uitleg stuurt Sam ons echter al het strand op. Klaar of niet, daar gaan we! Wat een bevrijdend gevoel om je letterlijk te laten meeslepen door de wind, wat een adrenalinekick! Tigerlily stuurt als een pro terwijl ik het zeil vier en aanhaal. Met de wind suizend langs onze oren vliegen we langs de vloedlijn. Uiteindelijk lukt het ons zelfs de wagen te draaien naar de wind toe, een manoeuvre die Sam ‘overstag gaan’ noemt. Een zeer toepasselijke naam: wij gaan zeker een keer terugkomen!

Kakelverse garnalen

Maar nu moeten we door. Na een autoritje van tien minuten bereiken we onze volgende stop: het Zwin Natuur Park. “Welkom op de internationale vluchthaven voor vogels,” zegt onze gids Peter terwijl hij ons ieder een ‘instapkaart’ aanreikt in de prachtige ontvangsruimte, of moet ik zeggen vertrekhal? Voor heel wat trekvogels die de kustlijn volgen is het Zwin een belangrijke tussenstop op hun lange reis, vandaar de luchthavenverwijzing. Tijdens het inchecken met de instapkaarten komen we er vervolgens achter met welke trekvogel we vandaag gaan ‘vliegen’ (Tigerlily is een lepelaar, ikzelf mag me een zomertortel noemen). We zouden uren kunnen doorbrengen in de permanente tentoonstellingsruimte waar we o.a. digitaal eieren uitbroeden en leren vliegen als onze vogels, maar de Zwinvlakte roept. Letterlijk. “Horen jullie dat klepperend geluid?”, vraagt Peter terwijl we langs een aantal hoge palen lopen. We kijken omhoog en zien majestueuze ooievaren zitten op hun nesten. “Dat is hoe ooievaren elkaar begroeten als ze terugkeren op het nest; het versterkt de band. Volgens mij heten ze jullie persoonlijk welkom,” vervolgt hij met een knipoog. Er zijn 29 nestpalen in het gebied te vinden en als je de ooievaar van dichtbij wil bekijken, kan dat vanuit een heuse ooievaarstoren. Peter neemt ons mee op een ‘huttenparcours’ langs kijk- en voerderhutten waar je de vogels dankzij een eenrichtingsspiegel uitgebreid kunt ‘bespioneren’. Ik zie Tigerlily genieten, en ook voor mij is het een geweldige, bijna ontroerende ervaring om zo dicht bij de natuur te kunnen komen. De tijd ‘vliegt’ voorbij, en we merken dat onze magen rommelen. We besluiten te gaan smullen op stand bij Brasserie Rubens. Hier kom je om gezien te worden, én om de heerlijkste garnalenkroketjes van Knokke te eten. Daar zitten we dan, met een adembenemend zeezicht  tussen de ‘madammekes’ met hun Chaneltassen. De kroketten zijn subliem, gemaakt met kakelverse garnalen – nu snap ik waar de bijnaam ‘Kaviaar van de Noordzee’ vandaan komt- en geserveerd met een kwartje citroen en een royale portie gefrituurde peterselie. Terwijl de zon ondergaat in een oranje gloed leun ik tevreden zuchtend achterover. Wederom hebben we een onvergetelijke dag afgesloten met de zee op ons bord.

Koffie en tattoos

Vanochtend laten we de auto even staan; we nemen de Kusttram. Na nauwelijks 5 minuten te hebben gewacht, stappen we vlak achter ons hotel op (in de zomer rijdt de tram elke 10 minuten, in het voor- en naseizoen om het kwartier). “Wist je dat de Kusttram met z’n 67 kilometer de langste tramlijn ter wereld is?”. Tigerlily leest hardop wat feitjes voor van haar telefoon: “Nergens anders ter wereld kan je, zonder overstappen, zo lang reizen met een tram.” Ze begint te lachen en zegt: “Oh, en er rijdt dagelijks een ‘stofzuiger’ rond die de sporen zandvrij maakt. Die moet ik zien!”. De stofzuiger zien we helaas niet, maar een ‘killer smoothie’ bij The Sunrise Shed in Blankenberge -een tramrit van precies 39 minuten vanuit Oostende- maakt alles goed. Eigenaar Pete Oni heeft zijn twee grote passie’s, koffie en tatoeëring, weten te combineren in de hipste hangout van de Vlaamse kust. “Dit klinkt misschien raar, maar laat de koffie eerst een beetje koud worden,” zegt Pete terwijl hij met trotse flair mijn koffie inschenkt. Het is een ‘pour over’ gemaakt met Pink Bourbon-bonen uit Colombia, en die proef je nu eenmaal beter door ‘ietsje te slurpen’, aldus Pete. “Gelijk het proeven van wijn.” En zo zitten Tigerlily en ik slurpend naast elkaar te genieten, ik van mijn slow-koffie, zij van een decadente smoothie met versgeperste appelsap, zelfgemaakt frambozenijs en matcha. Vol energie (oftewel, suiker en caffëine) vervolgen we ons tram-avontuur.

Luikse wafels

Omdat we de vorige dag door ons volle schema geen tijd hadden om te shoppen in Knokke, doen we dat vandaag alsnog. We halen ons hart op in allerlei trendy boetiekjes en Tigerlily koopt snoepjes bij Moeder Babelutte, waar ons verteld wordt dat het eten van een ‘babelutte’ (boterbabbelaar) een échte traditie van de Belgische kust is, al 150 jaar. “Nog steeds zie je vissers op de kade zitten met een zak Babelutten naast zich, net als hun vaders deden.” Ook in het schilderachtige dorpje De Haan reizen we terug in de tijd, en vergapen we ons aan de architectonische parels uit de Belle Epoque-periode, waarvan het prachtige tramstationnetje zelf één van de hoogtepunten is. We eindigen terug in Oostende. Ons weekend-tripje zit er bijna op, maar we gaan natuurlijk niet naar huis zonder nog een allerlaatste suiker-kick. Tearoom Georges is daar de perfecte plek voor, al drie generaties lang. Meer dan 15 verschillende soorten wafels en 20 verschillende ijscoupes staan er op het menu; het ijs wordt in huis gemaakt met ingredienten als pistachenoten uit Sicilië en chocolade van Callebaut. We vragen de eigenaar ons te verrassen en even later wordt er een eetbaar kunstwerkje voor ons neergezet: een ‘ice cream sandwich’ bestaand uit 2 warme Luikse wafels met daartusen vanilleijs, rijkelijk versierd met speculaascrumble en gezouten caramel. Amai! Hoe we ons voelen als we even later weer in de auto zitten, onderweg naar huis na ons 3-daagse avontuur? Uitgewaaid en opgeladen, maar vooral: volledig verliefd op de Vlaamse kust.

TIPS

-Laat een keer je auto staan, pak de Kusttram en ontdek tijdens een ontspannen rit het unieke karakter van alle kustgemeenten. Vanuit je luie stoel kun je maar liefst 67 kilometer Vlaamse Kust bewonderen, van De Panne tot aan Knokke-Heist. (De Kusttram is hiermee de langste tramlijn te wereld!). Een dagpas kost € 7,00 in de voorverkoop, voor kinderen tot en met 11 jaar betaal je € 4,00. Check de Kusttram-site voor leuke combinatie-tickets, waarmee je bijvoorbeeld korting kunt krijgen op een bezoek aan Plopsaland. Plopperdeplop! www.dekusttram.be

-Wil je de zee op je bord proeven? Organisatie Westtoer heeft de beste gastronomische adressen van de Vlaamse Kust voor je verzameld op een website genaamd De Kust, inclusief zogenaamde ‘Zee van Smaak’-fietsroutes en lekkere logeeradresjes. (De site is sowieso een must-visit als je de kust gaat verkennen). Hier ontdekten wij bijvoorbeeld Bistro Mathilda in Oostende (zie reportage). Dit restaurant is overigens onderscheiden met een ‘Bib Gourmand’, oftewel een aanbeveling door het Michelin-team voor lokaties die een volledig driegangenmenu van € 37,00 aanbieden met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding. www.dekust.be

– Het prachtige Zwin natuurpark ontdekken en kennismaken met haar bijzondere vogel- en plantenrijkdom, kun je het beste doen met een ervaren gids. Wij boekten zelf een weekendwandeling van 2 uur met privégids Peter. Dankzij Peter’s combinatie van expertise, enthousiasme en droge Belgische humor kwam het landschap voor ons pas écht tot leven (bovendien hadden wij in tijden niet zo hard gelachen). Ook is het zeker aan te raden om de tickets vooraf online te boeken online; hiermee bespaar je geld én tijd. www.zwin.be