Drie dagen in Toscane

 

‘Beertje van Beers in de heel oude, heel mooie wereld van de Mille Miglia’

Uit hun topjes vallende RAI UNO-borsten, bronstig grommende motoren, de geur van brandend rubber en uitlaatgassen; een keer per jaar wordt Brescia, een slaperig stadje tussen Milaan en Verona, grondig wakker gekust door het autocircus van de historische Mille Miglia-race. Al vanaf 1927 vertrekken vanuit hier de mooiste auto’s ter wereld voor het mooiste parcours ter wereld: een achtvormig circuit van duizend Romeinse mijlen (1600 kilometer klonk een stuk minder sexy) tussen Brescia en Rome.

‘La corsa piu bella del mondo’ was echter ook de meest gevaarlijke autorace ter wereld, en toen de Ferrari van de Spaanse coureur Alfonso de Portago in 1957 een klapband kreeg bij een snelheid van 250 km/uur en veertien mensen omkwamen, werd de race verboden. In haar nieuwe incarnatie is de Mille Miglia een road rally waarbij timing belangrijker is dan snelheid. (snelheid wordt alleen nog gemeten op stukken parcours die zijn afgesloten voor het publiek)

Regel nummer 1: alleen auto’s of modellen die tussen 1927 en 1957 aan de Mille Miglia hebben deelgenomen. Veelal kostbare museumstukken dus. Zo verschijnt voormalig Formule 1 wereldkampioen Mikka Häkkinen dit jaar aan de start met een Mercedes-Benz 300SLR uit 1955 met een prijskaartje van 900.000 Euro. Prins Bernhard en Maurits van Oranje rijden mee in een lichtgrijze Porsche 550-1500 RS uit 1955, het iconische model waar James Dean in verongelukte.

Beertje van Beers with Mika Hakkinen during Mille Miglia.

Met Mikka Hakkinen, aka ‘The Flying Finn’.

Regel nummer 2: alleen ‘gentleman drivers’, onberispelijk geklede durfals die de regels buigen zonder ze te breken. Met als groot voorbeeld Italiaanse race-legende Tazio Nuvolari. Tijdens de check-in van de 375 oldtimers ontmoet ik deelnemer Bruno Ferrari (60). In geuren en kleuren vertelt hij hoe de immer stijlvolle Nuvolari in 1930 zijn rivaal misleidde door hem het laatste gedeelte van de rit in het donker zonder verlichting te volgen. Een paar kilometer voor de finish haalde hij hem in. Druk klaxonerend, zoals het een Italiaan betaamt. “El Campionissimo Tazio,” zegt Bruno trots. Samen met zijn zoon Carlo (28) bestuurt hij een Bugatti Type 37 uit 1927. Ze dragen Nuvolari’s signatuur look -witte raceoverall, custom made zwart leren gilet en een nonchalant geknoopt zijden sjaaltje- zonder dat het een verkleedpartijtje wordt. Wederom een bewijs dat Italianen niet zozeer het verleden proberen te recreëren, maar het bezitten. Authenticiteit wordt met de paplepel ingegoten.

Ik mag meerijden met het team van Acqua di Parma, het in 1916 opgerichte Italiaanse parfumhuis. Met vaak bloedstollende snelheden volgen we hun knalrode Maserati 150S uit 1955. Die avond rijden we in het donker langs drukbevolkte bermen en piazze waar al uren wordt gewacht, bambini op de schouders, mama in haar mooiste jurk. Elke auto wordt met gejuich onthaald. Precies zoals Federico Fellini zich in ‘Amarcord’ zijn jeugd in de jaren 30 herinnerde; de hele nacht wakker blijven voor een glimp van de echte wereld.

De volgende dag word ik tijdens een stop in het Toscaanse gehuchtje San Quirico D’Orcia aangesproken door een oudere heer met een camera. “De auto’s. U mevrouw. Uw lange blonde haar. Daar wordt een oude man nostalgisch van,” zegt hij en gebiedt me wat voorover te buigen voor een foto. (ja, het blijven Italianen, hè?). Cars and girls is een universeel geliefde combinatie, en bij elke stop draperen de lokale missen zich bevallig over de old-timers, maar in Italie doen de uomini op hun eigen manier even hard mee. Overal langs de route zie je heren -van de plaatselijke carabinieri tot de jongen van de catering met zijn nieuwe Porsche zonnebril- poseren in de buurt van hun favoriete old-timer, ook als er geen camera’s in de buurt zijn. Het staat ze goed.

De race wordt uiteindelijk gewonnen door een Italiaans echtpaar en hun Aston Martin Le Mans uit 1933. Bruno en Carlo Ferrari worden tweede. Doodop zijn ze bij hun aankomst in Brescia. Hun overalls zijn na drie dagen echter nog onberispelijk wit. Zoon Carlo vertelt hoe hij op zijn zevende de hele nacht vergeefs bij de finish wachtte op zijn vader die later autopech bleek te hebben gehad. Inmiddels is dit de vijfde Mille Miglia die hij zelf mee rijdt. Als ik over traditie en nostalgie begin, valt papa Bruno mij echter tut-tuttend in de reden. “Dit is geen nostalgie mevrouw,” zegt de Bresciaan wijzend naar zijn stoffige Bugatti. “Dit is ons leven.”

Beertje van Beers, article Mille Miglia for Esquire

Gepubliceerd in ‘Esquire’, augustus 2011